Omgevingsvergunning aanvragen
Bent u van plan om te bouwen, verbouwen, uitbreiden, slopen, bomen te kappen of iets te veranderen in uw woonomgeving? U hebt vaak een omgevingsvergunning nodig. U vraagt alle vergunningen of ontheffingen voor uw werkzaamheden in 1 keer aan en krijgt ook maar 1 vergunning. Aanvragen kan bij het Omgevingsloket online.
Vergunningcheck op overheid.nl
U hoeft niet altijd een omgevingsvergunning aan te vragen. U kunt online een vergunningcheck doen op omgevingswet.overheid.nl/home. U ziet dan wat u moet doen in de meest voorkomende situaties zoals het bouwen van een garage of schuur, plaatsing van een dakkapel, kozijn, raam, hek, schutting, steiger/vlonder, antenne of zonnepanelen, aanbouw, uitbouw of het kappen van een boom.
De vergunningcheck laat zien of u:
- Een omgevingsvergunning nodig hebt.
- Een melding moet doen.
- Geen omgevingsvergunning nodig hebt of melding hoeft te doen. Alleen in dat geval mag u zonder vergunning of melding beginnen.
Sneltoetscriteria
Veel aanvragen voor een omgevingsvergunning gaan over kleine veranderingen aan de bestaande bebouwing. Ook hier is het belangrijk dat de kwaliteit van de bebouwing en het straatbeeld overeind blijft. Voor de meest voorkomende kleine bouwplannen heeft de gemeente sneltoetscriteria opgesteld. Zo kunt u snel zien aan welke criteria uw bouwplan moet voldoen.
Integraal Vooroverleg
Twijfelt u of uw plannen haalbaar zijn? Dan kunt u een aanvraag indienen bij Loket Bouwen en Wonen. Daar wordt uw plan getoetst aan het omgevingsplan, de welstandsnota of andere belangrijke regels (zoals erfgoed of woonbeleid).
We noemen dit een integraal vooroverleg. Het is geen vooroverleg in de zin dat er een overleg met u plaatsvindt. Het is daarom belangrijk dat u de plannen voldoende duidelijk kunt maken met documenten en tekeningen. Bekijk de 10 vuistregels voor tips en informatie.
Een integraal vooroverleg kost € 155,00 per aanvraag - zie pagina 19 van de legesverordening 2024 (Paragraaf 2.2, Artikel 2.4). In 2025 kost een integraal vooroverleg € 160,33.
Gehighlighte tekst: Verzoek tot informeel overleg
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)
Voorheen controleerde de gemeente vooraf of een bouwplan aan de regels van het Bouwbesluit voldoet. Na de invoering van de WKB (1 januari 2024) doet een onafhankelijke partij dat bij bouwwerken met een laag risico: gevolgklasse 1 – zoals bijvoorbeeld een nieuwe grondgebonden woning, een recreatiewoning of onder bepaalde voorwaarden een bedrijfshal. Deze onafhankelijke partij noemen we een kwaliteitsborger. Vanaf 1 januari 2024 moet u zelf een kwaliteitsborger inhuren voor bepaalde bouwplannen. De WKB geldt (nog) niet voor verbouw.
Lees de webpagina Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) voor meer informatie.
Gehighlighte tekst: Melding WKB
Aanvragen omgevingsvergunning
- Als u als particulier een vergunning voor een woning aanvraagt, hebt u uw DigiD nodig.
- Als u voor een bedrijf een vergunning aanvraagt, hebt u eHerkenning nodig.
Voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning betaalt u een percentage van de bouwsom als legeskosten aan de gemeente. In de legesverordening 2024 (Paragraaf 2.3, Artikel 2.5) staat vermeld welke kosten dit zijn.
Gehighlighte tekst: Aanvragen omgevingsvergunning
Bent u ondernemer?
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning vragen we u ook een formulier in te vullen voor de Wet Bibob. Hiermee voorkomen we criminaliteit en witwassen van geld. We bieden in onze gemeente ruimte aan betrouwbare ondernemers. En we geven geen vergunningen aan ondernemers die te maken hebben met criminele activiteiten en strafbare feiten.
Ga naar de webpagina over Bibob voor het formulier en voor meer informatie over Bibob.
Bijkomende kosten
Mogelijk blijkt uit het Integraal Vooroverleg, dat uw initiatief niet past binnen het geldende omgevingsplan.
Wij laten uw initiatief dan toetsen door verschillende adviseurs. De toets maakt duidelijk of er aanvullend (gebieds-) onderzoek noodzakelijk is, er sprake kan zijn van nadeelcompensatie en of we de openbare ruimte moeten aanpassen.
Een wijziging van het omgevingsplan brengt dus kosten met zich mee. De gemeente is wettelijk verplicht om deze kosten, naast leges, bij u in rekening te brengen. De manier waarop wij deze kosten in rekening brengen staat beschreven in onze nota Kostenverhaal 2024.
Wij geven u graag vooraf duidelijkheid over de kosten. Bij eenvoudige bouwplannen tot 10 woningen, werken we daarom met standaardbedragen. Afhankelijk van de omvang van uw initiatief betreft dit per 1 januari 2024 het volgende:
Plankosten:
- 1 woning (of soortgelijk object): € 4.000 (€ 4.080 in 2025)
- 2 woningen (of soortgelijk object): € 6.000 (€ 6.120 in 2025)
- 3 woningen (of soortgelijk object): € 8.000 (€ 8.160 in 2025)
- 4 woningen (of soortgelijk object): € 10.000 (€ 10.200 in 2025)
- Iedere volgende woning (of soortgelijk object): € 1.000 (€ 1.020 in 2025)
Bijdrage voor de verbetering van de fysieke leefomgeving:
- € 41,-- per m2 bruto vloeroppervlak (€ 42,-- in 2025)
Als er daarnaast sprake is van nadeelcompensatie, aanvullende (gebieds-) onderzoeken of aanpassing van de openbare ruimte, dan maken we daar afzonderlijke afspraken over. Afspraken leggen we vast in een overeenkomst. Die overeenkomst sluiten we met u, voordat de wijziging van de bestemming plaatsvindt.
Naar het loket
Vragen over het indienen van een omgevingsvergunning? Neem dan contact op met Loket Bouwen en Wonen.
Belangrijke tekst: Gesloten op 24 en 31 december vanaf 15:00 uur.
- Harm Buiterplein 1, Groningen (Europapark)
- Afspraak maken > (vermeld bij 'Notitie' het onderwerp en/of het adres).
- In overleg kunt u ook naar Loket Haren of Loket Ten Boer. Bel 14 050.
- Gebruik het contactformulier of bel 14 050.
- Lees hoe u een bouwdossier of omgevingsplan kunt inzien.
Loket Versterken en Vernieuwen
Voor alles over versterken en vernieuwen is het ook mogelijk om in Ten Boer langs te komen. Meer informatie hierover op de site van Versterken en Vernieuwen.
10 vuistregels
Een bouwaanvraag moet u goed voorbereiden. Waar moet u om denken? Om van elk bouwwerk een bijdrage aan de stad als geheel te maken, heeft de gemeente Groningen 10 vuistregels gemaakt. Gebruik ze om een goed plan te maken, zodat we samen aan een nog mooier Groningen werken. Met de 10 vuistregels kunt u uw bouwproject beter maken en gaan procedures sneller.
1. Respecteer of versterk het karakter van de wijk
Elke kern, wijk en buurt in Groningen heeft een eigen karakter en identiteit. Als u gaat bouwen is het goed om deze karakteristieken te onderzoeken. Zo kunt u uw bouwwerk zorgvuldig inpassen in de omgeving. Probeer bestaande elementen te behouden of te versterken en verrijken met nieuwe kwaliteit.
Bij een bouwplan of stedenbouwkundig plan hoort een cultuurhistorische of ruimtelijke analyse van de wijk of buurt. Daarin is aandacht voor onder meer de ontstaansgeschiedenis, de verkavelingsstructuur, de bouwmassa, de typologie en de bouwstijl. Een goede onderbouwing maakt uw bouwplan beter. Leg uit op welke manier uw plan de karakteristieken van de omgeving respecteert of versterkt.
De positionering en oriëntatie van gebouwen en kavels zorgt voor samenhang in de wijkstructuur. Ook voor een goede aansluiting op het stedelijk weefsel rondom het project is dit belangrijk. Probeer in uw bouwplan op grotere schaal inzichtelijk te maken hoe het zich verhoudt tot zijn omgeving. Denk daarbij aan voor-en achterkanten, rooilijnen en verschillen in maat en schaal.
Groningen is een stad van twee tot vier bouwlagen. Hoogbouw of middelhoog-bouw is geen doel op zich, maar kan een toevoeging zijn aan de directe omgeving en het stedelijk leven. Wilt u extra bouwlagen toevoegen? Zorg dat de verhouding tussen een gebouw en de directe omgeving in balans blijft.
2. Hergebruik karakteristieke gebouwen
Monumentale en karakteristieke gebouwen dragen bij aan de identiteit van de stad en gemeente Groningen. Ze vertellen een verhaal over de ontstaansgeschiedenis en geven betekenis aan straten, buurten en wijken.
Wilt u een karakteristiek pand slopen of herbouwen? Houd er rekening mee dat we bepaalde eisen stellen ten aanzien van het behoud van belangrijke eigenschappen. Als u in uw bouwplan een uitgebreide en integrale afweging opneemt, komen we sneller waar we moeten zijn.
Cultuurhistorisch waardevolle panden verdienen een nieuwe bestemming of een nieuw gebruik.
3. Zorg voor plinten, gevels, erfscheidingen en daken met hoogwaardige kwaliteit
Gebouwen bepalen voor een groot deel de sfeer in de omgeving. Dat doen ze met de kwaliteit van hun ‘schil’, maar vooral door de manier waarop ze binnen en buiten met elkaar verbinden. Een goed ontwerp zorgt voor levendigheid op straat, maar ook voor privacy binnenin het gebouw. De onderste laag, de plint, heeft hierop de meeste invloed.
Bij zorgvuldig ontworpen plattegronden en gevels is rekening gehouden met privacy en ‘tussenruimte’. Met een goede overgang tussen binnenzijde en openbare ruimte kunnen gebruikers de sfeer in de openbare ruimte positief beïnvloeden. De functie van ruimtes is het beste uitgangspunt voor het ontwerp en materiaalgebruik.
Een plint die kwaliteit uitstraalt en zorgvuldig gedetailleerd is, verankert een gebouw op een goede manier in de openbare ruimte.
Als helder is waar de entree van een gebouw zich bevindt, vergroot dat de kwaliteit van het ontwerp. Een goed ontworpen gebouw heeft een ingangspartij die groot genoeg en toegankelijk is en bij de functie en het gebruik van het gebouw past.
In woongebouwen fungeert de entree als ontmoetingsplaats. Daar mag in een bouwplan extra aandacht aan besteed worden. Ingangspartijen bieden een mooie gelegenheid levendigheid toe te voegen aan de straat.
Gebruikers hebben, afhankelijk van de functie van een gebouw, vaak behoefte aan een vorm van privacy direct buiten de gevel. Een goed ontwerp speelt hierop in. Eventuele erfafscheidingen kunnen perfect onderdeel van het ontwerp zijn en zorgen voor een goede aansluiting op de omgeving.
Een gebouw waarvan de afgewerkte vloer qua hoogte vloeiend aansluit op de openbare ruimte, past beter in zijn omgeving. Is er hoogteverschil? Het werkt goed om dit op een hoogwaardige manier tot uiting te laten komen.
In dichtbebouwde stadsdelen kijken veel mensen van boven op daken. Het is goed te beseffen dat daktuinen, dakopbouwen, maar ook installaties belevingswaarde en gebruikswaarde hebben. Door ze integraal onderdeel van het ontwerp te maken, borgt u dit.
4. Meng functies en maak stedelijkheid (mogelijk)
Groningen wil een levendige stad zijn met een goede afwisseling van rust, reuring en ruis. Een stad waar voorzieningen, werk en recreatie dichtbij zijn. Dat kan met stadswijken die diverse functies herbergen, in een goed gekozen mix die per wijk kan verschillen.
In bestaande wijken en transformatiegebieden mengen we woningen en voorzieningen met (nieuwe) werkgelegenheid. Binnen de stadswijken is ruimte voor diverse nieuwe woon-werkmilieus. We streven naar een mix van wonen, werken, cultuur, sport, natuur, recreatie en onderwijs.
Nieuwe werklocaties worden kleinschaliger en multifunctioneel. Er is ruimte voor andere functies, zoals voorzieningen, wonen en groen. Afhankelijk van de aard en omvang van bedrijven kan het goed zijn om functies te mengen bij het revitaliseren van verouderde werklocaties.
In de verruimde binnenstad blijft plek voor bedrijvigheid en kantoren. Een goede balans tussen wonen, werken en recreëren is het uitgangspunt. Juist hier kan functiemenging een extra impuls geven.
Het is goed als nieuwe gebouwen in de toekomst kunnen wisselen van programma, gebruik of doelgroep, zonder dat hiervoor grote aanpassingen aan de stedenbouwkundige structuur nodig zijn.
Vooral de plint van een gebouw biedt de mogelijkheid van functie te veranderen. De begane-grondlaag van nieuwe gebouwen is daarom in de ideale situatie minstens 4,5 meter hoog. Zo kan er in de toekomst flexibel gebruik van worden gemaakt.
5. Draag bij aan een inclusieve stad
Groningen wil een stad voor iedereen zijn, jong of oud, nieuwkomer of met een beperking. Iedereen moet zich hier thuis kunnen voelen. Wijken mogen daarbij hun eigen karakter hebben, maar we denken ook na over nieuwe woningtypen en doelgroepen. Ook de nabijheid en toegankelijkheid van werkgelegenheid, openbaar vervoer, zorgvoorzieningen en speelmogelijkheden zijn belangrijk. Dit levert een prettige leefomgeving op. Hou hierbij ook rekening met doelgroepen als ouderen en mensen met een beperking.
Als de openbare ruimte uitnodigend en sociaal veilig is, kunnen ook kwetsbare bewoners er gebruik van maken. In uw bouwplan kunt u, door de manier waarop u gebouwen en de openbare ruimte oriënteert en organiseert, ontmoeting faciliteren.
In woonwijken zetten we in op meer sociale huurwoningen, huurwoningen voor middeninkomens en koopwoningen. Maar ook op levensloopbestendig wonen, wonen in hofjes, geclusterde woonvormen voor ouderen of extra toegankelijke woningen. Daarnaast spreiden we sociale huurwoningen meer over de stad. In de Strategische Woningbouwprogrammering Groningen kunt u zien welk programma we in de verschillende delen van de gemeente voor ogen hebben. Daarnaast geven we in het Afwegingskader woonzorginitiatieven ouderenhuisvesting de meest geschikte gebieden voor wonen en zorg weer.
Wilt u gaan bouwen? Het is handig om vooraf met de gemeente af te stemmen hoeveel sociale huurwoningen en woningen voor middeninkomens in het betreffende gebied staan.
6. Maak woonkwaliteit en zorg voor gemengde woongebieden
Bouwen in Groningen betekent bouwen voor de langere termijn: zowel wat betreft het gebouw als de bewoners. Daarbij is het belangrijk om aandacht te hebben voor diversiteit, toegankelijkheid, architectuur, kwaliteit en duurzaamheid.
Goed om te weten: nieuwe zelfstandige woningen zijn in Groningen nooit kleiner dan 50 m².
Bij het maken van een bouwplan is het belangrijk de woonkwaliteit van bestaande bewoners te respecteren. Probeer bij het ontwerpen van woningen rekening te houden met de privacy van de toekomstige bewoners.
Bouw levensloopbestendig zodat ook ouderen en mensen met een beperking er ‘gewoon’ kunnen wonen.
Goede buitenruimtes, individueel of collectief, geven een gebouw extra kwaliteit.
Flexibele gebouwen zijn toekomstbestendig. Denk aan kleine woningen die op termijn kunnen worden samengevoegd, of aan grote woningen die kunnen worden gesplitst.
Een woning wordt beter met een goede entree en een duidelijk adres. Bij meergezinswoningen werkt het goed om een royale ingangshal te maken, passend bij het aantal woningen dat de hal ontsluit.
7. Besteed aandacht aan klimaat, natuur en duurzaamheid
In een groene omgeving voelen mensen zich mentaal én fysiek gezonder. In elke wijk zou natuur en groene ruimte daarom vlakbij moeten zijn. De manier waarop we die ruimte inrichten draagt bovendien bij aan het vasthouden van regenwater, het tegengaan van wateroverlast en het verminderen van hittestress en fijnstof. Ook duurzaamheid is van cruciaal belang voor een leefbaar Groningen, en daarom integraal onderdeel van de ontwerpopgave.
Gebouwen en hun omgeving kunnen bijdragen aan het vasthouden van regenwater en het verminderen van hittestress. Dat kan door materialen te gebruiken die zonlicht weerkaatsen en gebouwen en straten slim te positioneren ten opzichte van zon en wind.
Naast zonnige plekken is voldoende schaduw en koelte in de openbare ruimte belangrijk. De beste manier om dit te bereiken is met bomen.
Waterbergende of infiltrerende maatregelen maken een bouwplan beter. Gescheiden rioolstelsels en het vermijden van grote, aaneengesloten verhardingsoppervlakken dragen daar ook aan bij. Het is goed als regenwater op een natuurlijke manier de grond in kan trekken en waterberging zo zichtbaar en groen mogelijk is. Daarom is het belangrijk dat ook op privéterrein waterberging wordt geregeld. Met de rekentool berekent u gemakkelijk hoeveel regenwater u bergt op basis van de grootte van uw project. De uitdraai hiervan levert u in wanneer u een omgevingsvergunning aanvraagt.
Bestaande bomen kunnen in een ideale situatie blijven staan. Het is goed om het aanwezige opgaand groen bij de start van een bouwproject in beeld te brengen. Wat is het effect van wat u gaat doen? En hoe en waar kunt u het compenseren? Met behulp van een ecologische quick scan inventariseert u eenvoudig bestaande natuurwaarden.
Probeer bestaand groen te integreren of als uitgangspunt te nemen, in plaats van het te verwijderen en vernieuwen. Plant u nieuwe bomen aan? Gebruik dan het Stappenplan duurzaam boom aanplanten.
Goede, duurzame woningen voorzien zoveel mogelijk in hun eigen energiebehoefte. Bij grotere nieuwbouwontwikkelingen is het goed om collectieve WKO-systemen toe te passen, afgestemd op de omgeving. Is er een collectief warmtesysteem aanwezig? Kijk of u uw nieuwbouw hierop kunt laten aansluiten.
Op daken kunt u vaak perfect zonnepanelen of -collectoren plaatsen. Soms is zelfs een dubbelfunctie op het dak mogelijk, zoals de opvang van water, het versterken van biodiversiteit en installaties voor duurzame energie. Ook gevels kunt u op allerlei manieren ‘vergroenen’.
Bij een goed bouwproject zijn maatregelen tegen geluids-, geur-of fijnstofoverlast integraal opgenomen in het ontwerp.
In onze gemeente streven we naar duurzame (nieuwbouw) woningen. Traditionele bouwmaterialen met een hogere CO2-uitstoot kunnen worden vervangen door duurzame bouwmaterialen met een lagere emissie. Dit vermindert de milieu-impact van het bouwproject en van de woning. Houtskeletbouw, kalk-hennep bouwblokken of hennep-/ vlasisolatie e.d. zijn voorbeelden van deze duurzame biobased grondstoffen die vaak ook tot lagere energielasten leiden. Ze zijn niet alleen hernieuwbaar, maar verbeteren ook het binnenklimaat.
Probeer ook sloop te vermijden. Dit voorkomt verspilling van waardevolle bouwmaterialen. Als er toch gesloopt moet worden, kijk dan of bouwdelen of zelfs de fundering hergebruikt kunnen worden. Consulteer bijvoorbeeld milieucentraal.nl of servicepunt-circulair.nl voor meer informatie.
Wij vinden natuurinclusief bouwen belangrijk. In een aantal gevallen is het zelfs verplicht. Raadpleeg natuurinclusiefgroningen.nl hoe u uw plan natuurinclusief maakt.
8. Speel in op veranderende mobiliteit
Een stad met zo min mogelijk auto’s draagt bij aan een gezonde leefomgeving. In zo’n stad gaat de energietransitie sneller, is de ruimtelijke kwaliteit groter en functioneert de economie goed. In Groningen is de fiets sinds jaar en dag het belangrijkste vervoersmiddel. We hebben inmiddels een groot aantal innovatieve mobiliteitsoplossingen bedacht en toegepast; bij nieuwe ontwikkelingen kan daar perfect gebruik van gemaakt worden.
Probeer in uw bouwplan prioriteit aan fietsers, meerwielers, voetgangers, openbaar vervoer en deelmobiliteit te geven, in plaats van aan de auto.
Binnen elk bouwplan is voldoende ruimte voor het parkeren van fietsen, scootmobielen en andere meerwielers belangrijk. De Beleidsregel Parkeernormen zijn hierbij het uitgangspunt. Vergeet daarbij niet ‘de fietsen van nu’, zoals e-bikes, speedpedelecs en bakfietsen. Het is goed om rekening te houden met ruimtebeslag, maar ook met de toegankelijkheid van stallingen.
In Groningen parkeren we in principe niet in de openbare ruimte, maar binnen het bouwplan. Ook daar staat de kwaliteit van de buitenruimte centraal. Let erop dat geparkeerde auto’s en fietsen de open ruimte binnen uw bouwplan niet domineren. In gebieden waar betaald geparkeerd wordt, kunt u deelmobiliteit en andere mobiliteitsoplossingen, zoals mobiliteitshubs, gebruiken om aan de parkeernorm te voldoen.
Heeft uw bouwplan een woonbestemming? Houd rekening met een passende oplossing voor bezorgdiensten. Heeft uw bouwplan geen woonbestemming? Pas logistieke voorzieningen dan zo in dat ze zo min mogelijk hinder veroorzaken en ruimte innemen. Inpandige oplossingen zijn daarbij de beste optie.
Elektrisch rijden heeft de toekomst. U kunt dit in uw bouwplan mogelijk maken met een laadinfrastructuur voor alle vervoersmiddelen.
Maak een plan voor de logistiek tijdens de bouwfase. Beperk de overlast voor de omgeving door materialen gebundeld te leveren. Dit kan via een bouwhub. Als op en rondom de bouwplaats beperkt ruimte is, zorg dan op een andere locatie voor een collectieve parkeervoorziening voor personeel.
9. Organiseer participatie
We betrekken inwoners bij veranderingen in hun omgeving en vragen hun mening bij maatschappelijke opgaven. De komst van de Omgevingswet sluit hierop aan. De gemeente Groningen heeft aanvullend beleidsregels (pdf 693 kB) voor Participatie vastgesteld.
Als initiatiefnemer of ontwikkelaar bent u verantwoordelijkheid voor het betrekken van bewoners en belanghebbenden. U gaat in gesprek met de inwoners en/of organisaties die de effecten van uw initiatief gaan merken.
Door de verschillende opvattingen over uw plan de ruimte te geven, komen er zaken aan de orde die voor deze doelgroep belangrijk zijn en waardoor u uw plannen mogelijk kunt aanpassen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan belangen van mensen met een handicap of kleine aanpassingen die voor omwonenden prettig zijn. Die voor u misschien niet vanzelfsprekend zijn maar wel een groot verschil kunnen maken.
Soms zijn er tegenstellingen en komt het algemeen belang in het geding. Op dat moment neemt de gemeente een actieve en richtinggevende rol op zich. Het Participatiewerkboek kan u op weg helpen naar een goed participatieproces.
10. Wees een goede opdrachtgever
Groningen heeft als architectuurstad een goede naam – en dat willen we graag zo houden. Dat lukt als bij elke bouwopgave een passende architect gekozen wordt. Omdat nu eenmaal niet elke architect overal goed in is, is het belangrijk uw opdracht goed te formuleren. Vervolgens kunt u daarbij een geschikte ontwerper zoeken. Overstijgt uw opgave het schaalniveau van de architect? Is de inzet van een stedenbouwkundige of landschapsarchitect nodig? De gemeente Groningen gaat daarover graag met u in gesprek.
A. Stappenplan
Als initiatiefnemer neemt u zo vroeg mogelijk contact op met de gemeente Groningen. Wilt u laten toetsen of uw bouwplan rijp is voor een vergunning? Vraag dan een Integraal Vooroverleg (IVO) aan. Wilt u weten of uw initiatief kansrijk is? Stuur het dan, voorzien van een goede motivatie aan de hand van de vuistregels, naar ruimtelijkintaketeam@groningen.nl.
We beoordelen uw initiatief en kijken of het aansluit bij de vuistregels. Bij een positieve beoordeling onderzoeken we op welke manier we tot een omgevingsvergunning kunnen komen. U ontvangt daarna van ons een vrijblijvend globaal advies. Ook laten we u weten wat eventueel het te volgen proces zal zijn. Op basis van de omvang en complexiteit van uw initiatief gaan we verder. Als uw initiatief voldoet aan de vuistregels, doorlopen we met u één van de volgende drie trajecten:
Projectopdracht
Bij grote of complexe initiatieven formuleren we een gemeentelijke projectopdracht en sluiten we een anterieure overeenkomst met u af. Hierin leggen we de afspraken vast die we met u maken. Deze gaan onder meer over de ruimtelijke kaders, het proces, de kosten en de planning.
Integraal Vooroverleg (IVO)
Bij een Integraal Vooroverleg (IVO) kijken we naar de haalbaarheid van uw initiatief. We toetsen het onder meer aan het bestemmingsplan, de Welstandsnota of andere relevante aspecten, zoals erfgoed of woonbeleid.
U kunt ook zelf een IVO aanvragen bij het Loket Bouwen en Wonen. Ga daarvoor naar het aanvraagformulier integraal vooroverleg. De vuistregels helpen u bij het indienen van een zo volledig mogelijke aanvraag. Als we uw aanvraag behandeld hebben, ontvangt u een brief met onze bevindingen. Als deze overwegend positief zijn, kunt u een Omgevingsvergunningsaanvraag (OVA) indienen.
Omgevingsvergunningsaanvraag (OVA)
In sommige gevallen constateren we direct dat een initiatief voldoet aan alle voorwaarden om het omgevingsvergunningstraject succesvol te doorlopen. U kunt dan een aanvraag voor een omgevingsvergunning indienen bij Loket Bouwen en Wonen.
B. Gemeentelijke inzet
De gemeentelijk kosten van een bouwplan dienen te zijn gedekt. Bij een bouwplan op gemeentegrond regelen wij dit via de uitgifteprijs. Bij een bouwplan op particuliere grond, waarvoor een planologische procedure nodig is, maken we vooraf afspraken met u over de te verhalen gemeentelijke kosten. Dit betreft alle gemeentelijke kosten, waaronder de procedurekosten en de aanleg van openbare voorzieningen gelegen binnen of buiten uw plan. Het kostenverhaal leggen we vast in een zogenaamde anterieure overeenkomst. Bereiken we onverhoopt geen overeenstemming over het sluiten van een overeenkomst? Dan zullen tegelijkertijd met de planologische procedure ook exploitatieregels worden vastgesteld, waarmee het kostenverhaal publiekrechtelijk is geregeld. Ook een combinatie van gemeentelijke gronduitgifte en kostenverhaal is mogelijk.
C. Gronduitgifte
De uitgifte van grond door de gemeente vindt plaats met inachtneming van het geldende grond- en grondprijzenbeleid. Daarbij is verkoop over het algemeen het uitgangspunt. Alleen in de binnenstad geven we, voor functies anders dan wonen, de grond in erfpacht uit.
Op uitgifte-overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden van de gemeente van toepassing. Daar kunnen op de bouwplannen of andere omstandigheden toegesneden bijzondere en/of afwijkende voorwaarden bij komen. Het uitgangspunt is een grondprijs gebaseerd op het te realiseren vastgoedprogramma. Een bouwplicht ten aanzien van dit programma is onderdeel van de voorwaarden.
Het basisprincipe van ons beleid is het leveren van bouwrijpe en voor de functie milieukundig geschikte grond. Daar kunnen we, op locatieniveau en naar gelang de omstandigheden van het initiatief, van afwijken. Bij de verkoop van bestaand vastgoed (opstallen) leggen we ook het gebruik en de herontwikkeling of sloop / nieuwbouw vast.
Als gemeente Groningen willen we er bij de verkoop van grond of vastgoed, of het verlenen van een omgevingsvergunning, zeker van zijn dat we daarmee geen criminele of maatschappij-ondermijnende activiteiten faciliteren. Onderdeel van die afweging is in sommige gevallen een achtergrondonderzoek naar de wederpartij, op basis van de Wet Bibob.