Masterplan sportvoorzieningen: investeren in uitbreiding en kwaliteit
De gemeente groeit, en de vraag naar sport- en beweegvoorzieningen groeit mee. Daarnaast veranderen de behoeften van inwoners op dit gebied. Daarom wil het college van B&W investeren in de capaciteit en kwaliteit van deze voorzieningen. Dit is vastgelegd in een uitvoeringsagenda met concrete plannen voor circa 80 projecten – verdeeld over 4 tranches in 15 jaar – voor buitensport, binnensport en voorzieningen in de openbare ruimte. De uitvoeringsagenda bouwt voort op het reeds vastgestelde Ambitiedocument en wordt ter bespreking van wensen en bedenkingen voorgelegd aan de raad.
Sportwethouder Inge Jongman: “Het is cruciaal dat onze inwoners naar eigen wens kunnen sporten en bewegen. Het zorgt voor plezier, maakt inwoners gezonder, laat mensen meedoen aan de samenleving en leidt tot ontmoeting. De aanwezigheid van voldoende, passende sport- en beweegvoorzieningen is hiervoor een essentiële randvoorwaarde – net als de kwaliteit ervan. Dat maakt het belangrijk én logisch om te investeren. Zo geven we een krachtige impuls aan het Groninger sportlandschap en kunnen we inwoners – nu en in de toekomst – met plezier laten sporten en bewegen.”
Uitbreiden, vervangen, verbeteren en verduurzamen
De urgentie is groot: de huidige capaciteit voor buiten- en binnensport knelt en moet worden uitgebreid. Hier is onderzoek naar gedaan en over gesproken met stakeholders. Voor buitensport ligt de focus eerst op ondere andere hockey (6 velden), tennis (4 banen), padel (4 banen) en voetbal (4 velden). Voor binnensport wordt er gedacht aan 7 sporthallen, 1 sportzaal en minimaal 1 blaashal. Daarnaast komt er meer diversiteit, spreiding en nabijheid in het aanbod in de openbare ruimte. Hierbij is de norm: 1000m2 voorzieningen per 1000 huishoudens. Er komen onder meer pumptracks, fitnessplekken en Urban Sports-voorzieningen. Tot slot zit een groot deel van de investeringen in het vervangen, verbeteren en verduurzamen van (verouderde) accommodaties.
Gefaseerde uitvoering
In totaal is er tot en met 2040 ruim 400 miljoen euro nodig om alle projecten te realiseren, de ijs- en zwemvoorzieningen bij Sportcentrum Kardinge niet meegerekend. De uitvoering verloopt gefaseerd, op basis van urgentie en maatschappelijke waarde. Dit gebeurt in 4 tranches, om zo het juiste tempo te waarborgen. In de eerste tranche (tot en met 2028) gaat het om circa 15 projecten: van het bouwen van een sportpark bij De Eems tot het verduurzamen van een kleedgebouw. Daarna volgen nog ongeveer 65 projecten – en duidelijk is dat het ook na 2040 niet stopt.
