Handboek hoger bouwen geeft richting
Het college van B&W kiest voor een nieuwe benadering van wonen, leefbaarheid, voorzieningen en hoger bouwen. Een gebouw kan niet los gezien worden van zijn omgeving. Een gebouw van bijvoorbeeld meer dan vijf lagen vraagt om een zorgvuldige afweging. Het gaat om de samenhang tussen de hoogte, de plek en het programma. Het college vindt het belangrijk om de groei van de stad goed op te vangen én ruimte te houden voor een stad die open, groen en aantrekkelijk is. Wethouder Rik van Niejenhuis: “Steeds meer mensen willen wonen, werken en recreëren in onze gemeente. Dit vangen we op door de stad verder te verstedelijken en het contrast met het ommeland te behouden. Verstedelijking vraagt om goede plannen en hoger bouwen kan een manier zijn om dat te bereiken.’
Groningen is geen hoogbouwstad. In de stad staan zo’n tien torens, vanaf 60 meter, die de titel ‘hoogbouw’ hebben. Een beter middel om te verstedelijken is door meer compacte en gemengde milieus te bouwen, die lager zijn. Het nieuwe handboek bedient dit gehele spectrum en is een pleidooi om meer differentiatie aan te brengen. Het gaat om de samenhang tussen de hoogte, de plek en het programma. Voor het handboek is in deze fase input gevraagd van professionals, zoals ontwikkelaars en architecten, omdat in het handboek alleen de principes en kaders staan. Zodra we écht starten met de uitwerking in de gebieden start het participatieproces met inwoners en ondernemers. Deze gebiedsuitwerking is onderdeel van de nieuwe omgevingsvisie die begin 2025 start.
Vuistregels
Met de komst van het handboek hoger bouwen heeft het college de vuistregels vastgesteld over hoe een goed project hoger bouwen eruit moet zien. Deze regels gaan over de bijdrage aan de stad, de relatie met de omgeving en de kwaliteit van de architectuur. Ze zijn bedoeld voor ontwikkelaars en architecten in de planvorming. Ook gebruikt de gemeente deze vuistregels om sturing te geven aan initiatieven en houvast bij de toetsing hiervan.
Wat gaan we hoger bouwen?
Belangrijk is de samenhang tussen de hoogte, de plek en het programma. De drie uitgangspunten in het handboek zijn: hoogbouw gaat niet om een hoog gebouw, maar om een stedelijke ingreep. Het komt voort uit de stadsplattegrond en moet verweven zijn met de context. Daarnaast moet het er goed uitzien omdat het bepalend is voor het stadsbeeld voor langere tijd. Een voorbeeld van hoger en stedelijk bouwen, is de Grunobuurt. In het handboek staan vier stedelijke milieus met elk hun eigen kenmerken. Om te laten zien welke potentie er in de stad is om hoger te bouwen staan deze vier milieus vertaald in een potentiekaart. De échte invulling hiervan gebeurt pas bij de omgevingsvisie en later het omgevingsplan.
Omgevingsvisie
In de loop van 2025 komt de nieuwe omgevingsvisie. Het gaat hierbij om de uitwerking van de gebieden, waar hoger bouwen één van de onderdelen is. Bij dit traject geeft de gemeente inwoners een meer actieve en participatieve rol. Hoger bouwen wordt bij deze gebiedsuitwerking veel concreter. Het gaat om waar we hoger bouwen en het raakt daarmee de directe leefomgeving van de inwoners.
Klik hier voor het handboek hoger bouwen