Groningen kiest voor meer woningen én betere buurten
De wachtlijsten zijn lang en de nood is hoog. Om woningzoekenden sneller aan een huis te helpen, passen de gemeente Groningen en de woningcorporaties hun koers aan. In de prestatieafspraken 2026–2030 is de eengezinswoning niet langer de standaard. Er wordt gekozen voor moderne nieuwbouw én aanpak van de bestaande woningvoorraad.
Fabriekswoningen en compact bouwen
De woningcorporaties blijven volop bouwen, onder andere op De Suikerzijde en in de dorpen. Er komen bijna 1.300 sociale huurwoningen bij tot en met 2030 en de ambitie is nog meer te bouwen. Om snelheid te maken ondanks een vol stroomnet en hoge bouwkosten moet in 2030 de helft van de nieuwbouw ‘kant-en-klaar’ uit de fabriek komen. Ook starten er proeven met compacte woningen van maximaal 50 vierkante meter, omdat voor veel starters een eigen voordeur belangrijker is dan een groot woonoppervlak.
Splitsen en optoppen
Naast nieuwbouw wordt de bestaande ruimte beter benut in de strijd tegen de woningnood. Corporaties onderzoeken welke wooncomplexen geschikt zijn voor een extra verdieping (‘optoppen’) of waar grote woningen gesplitst kunnen worden. Dit sluit aan bij de Groningse vraag, die vooral bestaat uit één- en tweepersoonshuishoudens.
Leefbaarheid als voorwaarde
Omdat mensen dichter op elkaar wonen, is leefbaarheid een harde randvoorwaarde. Er wordt extra geïnvesteerd in ‘schoon en veilig’, met specifieke aandacht voor de wijkvernieuwing in Groningen-Noord.
