“Bouw vlonder Dudok mooiste klus ooit”

Jacob Heinstra is waterbouwer bij de stadse aannemer De Boer en De Groot. 'Timmerman op het water', zo noemt hij zichzelf. In acht maanden tijd bouwde hij de vlonder van Dudok aan het Diep. Deels alleen en deels met hulp van collega’s. Zijn allermooiste klus ooit, vindt hij.

“Ik ben al 43 jaar waterbouwer, ben ooit begonnen op mijn 18de, en dit is het allermooiste wat ik in mijn loopbaan gedaan heb en ook het meest uitdagende. De vorm van de vlonder, de rondingen, de kopse kanten. Het is echt prachtig. Kijk, je kunt als architect wel iets bedenken, maar het moet ook nog gemaakt worden. Dat is geweldig goed gelukt en daar ben ik best trots op. Als ik over de Ebbingebrug wandel en ik kijk naar beneden naar de vlonder en ik zie al die mensen erop. Zó mooi.”

Uitdaging

“Eind juni vorig jaar zijn we begonnen met de fundering. Samen met mijn zoon, die de kraan bediende, heb ik 28 palen in het water gezet. Mijn zoon werkt ook bij De Boer en De Groot en zit ook in het vak. Hartstikke mooi om dat samen te doen. Die kraan, dat was nog wel een dingetje. Want hoe krijgen we die hier en wanneer? Uiteindelijk hebben we de kraan hier midden in de nacht naartoe gebracht. Overdag lukte dat niet. Het is hier dan zo druk. Toen de palen stonden, heb ik de stalen frames erop geschroefd en alles verder opgebouwd. Die stalen frames zijn allemaal via het water aangevoerd.”

Uniek

“Na de bouwvak ben ik begonnen met het hout. Eerst de kopse kanten. Tachtig elementen heb ik aangebracht. Elk element is uniek door de ronding en de, soms dubbele, schuinte die eraan zit. Dat kun je mooi zien bij de trap aan het einde van de vlonder. Daarna zijn we begonnen met het dekhout. Zevenhonderd planken hebben we gelegd. En net als bij de kopse kanten is ook elke plank uniek. Ze zijn allemaal verschillend qua lengte. Met twee meter vlonder was ik ongeveer een dag bezig. Ik heb zelf bedacht hoe ik alles moest bevestigen. Er waren wel tekeningen natuurlijk, maar niet hoe je het hout vast moest zetten. In de planken zijn ook groeven gemaakt waarin zogenaamde ‘savegripstrips’ zijn aangebracht. Dat maakt de planken stroef, zodat je niet snel uitglijdt. ”

“In februari dit jaar hebben we alles afgebouwd. ‘Heel goed gelukt’, dacht ik toen alles klaar was. Prachtig om te maken. Al het werk is niet voor niets geweest.”

Graffiti

“Het enige smetje was de graffiti die werd aangebracht toen de vlonder open was. ‘Hoe kun je nou zoiets doen’, dacht ik. Die graffiti heb ik er zelf afgeschuurd. Dat is niet gebeurd met een hogedrukspuit. Als je hout met hogedruk gaat bewerken, gaan de poriën open. Dan gaat het hout sneller stuk.”

Opening

“De officiële opening was een mooi moment. De bouwer van het Dudokgebouwtje was er ook. Hij is nu 92 en heeft het gebouwtje in 1954 gebouwd. Ik heb nog een hele tijd met hem gepraat. Mooie dingen zijn dat.”

Mooi beroep

“Ik werk nu twaalf jaar bij De Boer en De Groot als waterbouwer, daarvoor zat ik 31 jaar bij Dekker. Ik heb aan de Abrug, de Visserbrug en de Trompbrug gewerkt in de stad. Ik was ooit betrokken bij de bouw van een waterkrachtcentrale in St, Michielsgestel. Uitdagend, maar dit is toch wel even wat anders. Geweldig als je zoiets kunt en mag maken. Ik heb zo’n mooi beroep. Ik heb nooit in mijn leven gedacht, ‘ik ga wat anders doen’. Daarom is het zo jammer dat het een uitstervend beroep is. Je ziet tegenwoordig steeds meer kunststof, maar hout is toch wel het allermooist. Ik ben blij dat mijn zoon er ook instapt. Ik hoop ook dat hij straks zegt, ‘ik wil nooit meer wat anders doen’.”