Plaagdieren

Hebt u last van plaagdieren - bijvoorbeeld ratten, muizen of insecten zoals wespen of vlooien?

Hoe overlast te voorkomen?

U kunt contact opnemen met de Milieudienstexterne-link-icoon.

De meest voorkomende rat in Groningen is de bruine rat. Deze rat leeft in en bij woningen, in het rioolstelsel, langs slootkanten en onder struiken. Op deze plekken maken ze een stelsel aan gangen en holen. In de vrije natuur leeft de bruine rat aan slootkanten en in moerassen.

De bruine rat eet vaak van het voedsel dat wij achterlaten. Op de plekken waar ratten gezien worden is dan ook vaak voedselafval van bewoners of bedrijven te vinden. In oude wijken kunnen ze in de kruipruimte leven en voedsel in huizen vinden. In de naoorlogse wijken buiten de ring leven ze soms in groepen in het groen van de binnentuinen, waar voedselresten met name voor ze te vinden zijn. In de natuur leven ze van voedsel dat in het water of aan de kanten te vinden is.

Ratten worden door de gemeente alleen bestreden op locaties waar zij te veel schade kunnen veroorzaken of een reëel gezondheidsrisico kunnen vormen. Over het algemeen is dat risico vrij klein. Bestrijden heeft geen zin als er voedsel en schuilplekken beschikbaar blijven. In de natuur worden ratten niet bestreden omdat ze hier prooi zijn van roofdieren zoals uilen en martersoorten.

Hoe kunt u overlast van ratten voorkomen?

  • Laat geen etensresten achter in en rond uw woning en in de openbare ruimte.
  • Koop niet meer voedsel dan nodig is en maak bijvoorbeeld goed gebruik van de vriezer voor eten dat over is.
  • Bewaar afval thuis in goed afsluitbare bakken.
  • Zet zakken nooit naast maar direct in de afvalcontainer op straat.
  • Maak de openingen dicht in buitenmuren, luchtroosters, niet goed afgesloten deuren en ramen, defecte (open) rioleringen, putjes en defect regenwaterafvoer.
  • Snoei struiken vooral aan de onderkant en langs gevels, zodat het groen ook goed schoon te houden is.
  • Voer vogels alleen natuurlijk voedsel en in zo'n kleine hoeveelheid dat ze dit per keer op kunnen eten.

Meld vooral de bron voor rattenoverlast: waar ziet u voedselvervuiling of waar wordt er overmatig gevoerd. Denk bijvoorbeeld mee met uw woningbouwvereniging hoe een binnentuin mooi en groen is in te richten, maar ratten minder kans geeft om er holen te maken. Als uw buren ook overlast hebben van ratten, bespreek dan samen met hen deze maatregelen.

In huis is de huismuis de meest algemene muizensoort. Huismuizen zijn, net als de bruine rat, alleseters. Ze kunnen door openingen van 0,5 cm het huis binnenkomen, zoeken een hol vaak in afgesloten veilig plekken, zoals onder of achter kasten, in ruimten tussen muren, tussen plafonds enzovoort. Ze lopen vaak langs de randen van de ruimten en laten grijszwarte buiksmeersporen en muizenkeutels achter op de plekken waar ze langskomen. Een natuurlijke vijand van de huismuis is de kat.

Wat kunt u zelf doen om overlast van muizen te voorkomen?

De volgende maatregelen kunt u zelf nemen om een plaag te voorkomen en ervoor te zorgen dat bestrijding met gif of vangen met een muizenval niet noodzakelijk wordt:

  • Zorg ervoor dat muizen rondom uw woonomgeving geen voedsel vinden. Dit geldt ook voor de schuur, de tuin, de parkeerplaats en plaatsen waar afval wordt opgeslagen.
  • Laat materialen en rommel niet langdurig liggen, want dit biedt muizen de gelegenheid een nest te maken.
  • Bewaar afval in goed afsluitbare bakken voordat het wordt afgevoerd. Hetzelfde geldt voor voedsel dat u binnen bewaart.
  • Zorg dat muizen niet kunnen binnenkomen via bijvoorbeeld openingen (groter dan 0,5 cm) in buitenmuren, luchtroosters, niet goed afgesloten deuren, ramen, naden en kieren. Ook kunt u grove stalen sponzen gebruiken. Muizengif wordt niet meer verkocht bij het adviespunt.
  • Zorg dat muizen op straat geen etensresten vinden. Voer vogels daarom alleen natuurlijk voedsel en zoveel als ze per keer kunnen opeten.
  • Katten zijn over het algemeen uitstekende muizenvangers. Uw woning wordt minder aantrekkelijk zodra muizen hebben geroken dat er een kat in huis is.

Een bedwants is een parasitair insect dat tussen 1 mm (jonge exemplaren) en 6 mm (volwassen) groot is. Insecten van deze grootte zijn gewoonlijk vrij goed zichtbaar maar bedwantsen houden zich schuil in kieren en naden bij het bed. Hier leven ze in kleine groepjes bijeen. In de nacht voeden ze zich met het bloed van mens of (huis)dier. Naast bedwantsen kunnen ook muggen, vlooien en sommige mijtensoorten ons bijten.

Wat kunt u zelf doen om overlast te voorkomen?

  • Bedwantsen komen in huis doordat ze bijvoorbeeld in koffers of tassen kruipen en mensen deze verplaatsen van de ene naar de andere verblijfplek. Let erop dat u koffers en tassen in een hotelkamer niet naast of onder het bed legt.
  • Na verblijf in een kamer met bedwantsen of als u het vermoeden heeft dat dit zo is, kunt u het beste de kleding direct uit de koffer wassen op 60 graden. Tassen en koffers kunt u minimaal 48 uur invriezen of uitstomen met een stoomreiniger.
  • Als u denkt gebeten te worden in uw eigen slaapkamer dan kunt u bedwantsen opsporen met behulp van een goede zaklamp, een dun voorwerp om ze uit kiertjes te lokken en ook dubbelzijdig plakband rondom de poten van het bed. U kunt een stoomreiniger gebruiken om een beginnende plaag rondom het bed te ontdekken en deels te stoppen. Wanneer u dan toch nog een bedwants vindt is het raadzaam een bestrijding uit te laten voeren door een gediplomeerd bestrijdingsbedrijf.

In Groningen komt de Duitse kakkerlak het meest voor. Deze is beigebruin van kleur met twee duidelijke zwarte strepen. Een volwassen exemplaar is ongeveer 2,5 cm lang. Een jonge kakkerlak is zo groot als een speldenknop. Er zijn ook enkele andere kakkerlakkensoorten.

Kakkerlakken houden niet van licht en laten zich overdag meestal niet zien. Ze gaan vooral in het donker op zoek naar voedsel en hebben een voorkeur voor vochtige en zoete voedingswaren. Als ze die niet vinden, dan kiezen ze voor huisstof, afval, vetdruppels, dode insecten, textiel en papier (bijvoorbeeld verpakking van etenswaren). De vrouwtjes van kakkerlakken produceren eipakketten, waar 20 tot 30 kakkerlakken uitkomen. Uit één eipakket kan dus al snel een plaag ontstaan.

Dit kunt u zelf doen

  • Een goede hygiëne in en rond de keuken verkleint de kans op kakkerlakken. Het is belangrijk dat de kakkerlak geen voedsel en vocht vindt.
  • Stop verspreiding van en naar andere ruimten. Dicht waar mogelijk de kieren en naden rond cv-leidingen, vloerbedekking en aanrecht met kit.
  • Kakkerlakken kunnen onder meer via tweedehands meubilair, tassen en andere bagage in uw huis komen. Let hier goed op.
  • Als u last hebt van enkele kakkerlakken, plaats dan een val met een lokstof. Hiermee kunt u deze kakkerlakken doden en een eventuele verdere verspreiding tegengaan.

Steekmuggen planten zich voort in stilstaand water in de tuin of op het balkon (bijvoorbeeld in bakjes, bloempotten of flessen) of verstopte dakgoten. Zorg er bij overlast van muggen voor dat er in uw woonomgeving geen plekken met stilstaand water zijn. Larven van steekmuggen leven minder goed in vijvers en poelen met een goede waterkwaliteit. Daar zijn vaak meer soorten vissen en andere waterdieren die de larven van muggen eten.

De larven verpoppen, waarna de volwassen muggen uitvliegen. Hiervan kunnen alleen de vrouwtjes steken, voornamelijk in de schemering of nacht. Zij wordt dan aangelokt door onze lichaamswarmte, adem en geur. Na de steek kan ze eitjes aanmaken en legt deze dan op een glad wateroppervlak.

In Nederland brengen muggen nog geen ziektes over. Het komt voor dat mensen allergisch reageren op een steek. Het overbrengen van ziektes gebeurt wel in tropische en subtropische landen. Er is mogelijk een risico wanneer tropische muggensoorten via internationale vluchten en transporten in Nederland terechtkomen. Een steek van de tijgermug kan bijvoorbeeld dengue (knokkelkoorts) overbrengen.

Er zijn ook veel muggensoorten die ons niet steken. Motmuggen komen veel voor in riolen, in afvoeren die niet regelmatig worden doorgespoeld, en in toiletten, badkamers en dergelijke. Dit zijn plaatsen waar eitjes uitkomen en de larven tot ontwikkeling komen. Motmuggen zijn te herkennen aan de vrij ronde behaarde vleugels. Ze richten geen schade aan. Naast motmuggen komen ook dansmuggen voor als zeer algemene niet stekende soort. De larven leven buiten in regenplassen en moerasachtige plekken.

Wat kunt u zelf doen om overlast te voorkomen?

Steekmuggen planten zich voort in stilstaand water in de tuin of op het balkon (bijvoorbeeld in bakjes, bloempotten of flessen) of verstopte dakgoten. Zorg er bij overlast van muggen voor dat er in uw woonomgeving geen plekken met stilstaand water zijn. Kijk bijvoorbeeld ook of er stilstaand water in de kruipruimte staat. Larven van steekmuggen leven minder goed in vijvers en poelen met een goede waterkwaliteit. Daar zijn vaak meer soorten vissen en andere waterdieren die de larven van muggen eten.

Om te verhinderen dat muggen uw huis binnenkomen, kunt u horren plaatsen voor deuren en ramen. Een klamboe over uw bed of insmeren met een anti-muggenstift vermindert de kans dat u wordt gestoken.

Om overlast van motmuggen te voorkomen, moet u de plek vinden waar de larven zich voortplanten en deze plek schoonmaken. Alleen de vliegende motmuggen wegvangen heeft geen zin: u moet de larven opzoeken. Reinig regelmatig afvoerputjes met een borstel en spoel de afvoerbuizen door met heet sodawater. Haal rottend materiaal als bladeren uit dakgoten en van daken. Spoor andere mogelijke lekkages van alle afvoerbuizen op, herstel deze en probeer al het rottende vochtige materiaal op te ruimen.

Ziekte van Lyme

Een teek die op de huid vastzit, geeft jeuk. Er bestaat de kans dat een teek de ziekte van Lyme overbrengt. Zonder behandeling (met antibiotica) kan deze ziekte chronische klachten veroorzaken aan hart, zenuwstelsel, gewrichten en huid.

Voorkom een tekenbeet

  • Controleer altijd uw kleding en lichaam op teken als u op plaatsen bent geweest waar teken kunnen voorkomen.
  • Vermijd contact met struikgewas en hoog gras. Blijf zoveel mogelijk op de paden en bedek de huid goed. Draag bijvoorbeeld dichte schoenen, lange mouwen, een lange broek en stop uw broekspijpen in uw sokken.
  • Teken kruipen vaak op het hoofd van een kind. Laat kinderen een pet dragen als extra bescherming.
  • Als u naar een gebied gaat waar veel teken voorkomen, smeer dan uw huid in met een insectenwerend middel. Let op: lees op de bijsluiter de instructies voor het gebruik tijdens zwangerschap en voor kinderen.

Wat kunt u zelf doen om overlast te voorkomen?

  • Verwijder de teek zo snel mogelijk na ontdekking. Neem een pincet waarmee u de teek goed kunt vastpakken, bijvoorbeeld een puntig pincet. Bij de drogist of apotheek zijn ook speciale producten te koop om teken te verwijderen.
  • Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast en trek hem voorzichtig uit de huid. Een achterblijvend stukje van de monddelen van de teek kan geen kwaad; het verdwijnt vanzelf uit het wondje.
  • Ontsmet het wondje met 70% alcohol, jodiumtinctuur of -zalf.
  • Noteer de datum in uw agenda en let tot 3 maanden na de beet op ziekteverschijnselen, bijvoorbeeld griepachtige klachten en een ringvormige huiduitslag rond de plaats van de tekenbeet.

Wespen zijn nuttige insecten. Ze bestuiven bloemen en eten dagelijks vele tientallen insecten, waaronder vliegen, muggen en larven van insecten. Verder zijn ze dol op nectar, vruchtvlees, vruchtensappen, limonade, jam en bier. Kortom consumpties die wij vaak ook erg lekker vinden. Op die manier kunnen we ook vrij snel overlast ervaren van wespen. Wespen bestrijden is alleen zinnig als ze overlast of gevaar opleveren, bijvoorbeeld als zij hun nest in of zeer dichtbij woningen hebben gemaakt.

Bijen en hommels

Regelmatig worden wespen verward met bijen of hommels. Bijen en hommels zijn, net als wespen, nuttige dieren. Ze verkrijgen hun voedsel uit nectar en stuifmeel van bloemen en spelen een belangrijke rol in de bestuiving van planten.

Wat kunt u zelf doen om overlast te voorkomen?

U kunt het beste wespen, bijen en hommels die uw huis binnenkomen, weer naar buiten helpen. Dit kunt u doen door een glas over het insect te zetten en papier eronder te schuiven. Omdat ze op lekkernijen af komen, kunt u die het best goed afdekken of in een koelkast bewaren. Let ook op dat u een rietje gebruikt als u bijvoorbeeld limonade uit een blikje drinkt; er kan een wesp in het blikje gekropen zijn.

Maak een nest in een spouwmuur nooit van buiten dicht wanneer er een actief nest aanwezig is. De wespen zullen dan mogelijk een opening binnen het huis maken en daar in grote getale binnen komen. Buiten het wespenseizoen kunt u de openingen in muren dichtmaken met metalen klemmende roostertjes die ook wel bijenbekjes genoemd worden.

De eikenprocessierups is de larve van een nachtvlinder die van juli tot september haar eitjes op de bovenkant van de takken van eikenbomen legt. Begin april komen de rupsen uit de eitjes, ze zijn dan nog ongevaarlijk. In ongeveer drie maanden tijd vervellen de rupsen vijf keer. Al die tijd blijven ze in de eiken zitten. Vervellen doen ze in herkenbare bolvormige nesten die bestaan uit een spinsel van draden, brandharen, vervellingshuid en uitwerpselen. Bij de vierde vervelling maakt de rups de brandharen die voor overlast zorgen, omstreeks mei. De bolvormige nesten hangen meestal aan de onderkant of in de oksels van de takken, maar kunnen ook op de stam voorkomen. Vanuit hun nesten gaan de rupsen 's nachts ‘in optocht' (vandaar de naam processierups) op zoek naar voedsel: eikenblaadjes.

Contact met haren, ook wel brandharen genoemd, kan binnen een paar uur klachten veroorzaken als hevige jeuk, bultjes, blaasjes, roodheid en ontsteking. De ogen kunnen rood en dik worden en/of ontstoken raken.

Zijn er risico’s voor de gezondheid?

Een volgroeide rups heeft ongeveer 700.000 haartjes, microscopisch klein en met het blote oog niet te zien. Bij aanraking dringen deze pijlvormige haren gemakkelijk in de huid, ogen en luchtwegen. Het is dus belangrijk om de rupsen niet aan te raken. Contact met haren, ook wel brandharen genoemd, kan binnen een paar uur klachten veroorzaken als hevige jeuk, bultjes, blaasjes, roodheid en ontsteking. De ogen kunnen rood en dik worden en/of ontstoken raken. Andere verschijnselen die kunnen optreden lijken op een verkoudheid: een loopneus, kriebel in de keel, hoesten, moeilijk slikken en kortademigheid. Ook kunt u algemene klachten krijgen, zoals braken, duizeligheid en koorts. Meestal verdwijnen de klachten vanzelf, dit kan wel enkele dagen tot twee weken duren. U loopt het risico van overlast van de brandharen van mei tot en met augustus.

In aanraking geweest met de eikenprocessierups?

Als u klachten hebt, dan is het belangrijk te voorkomen dat de brandharen zich verder over uw lichaam verspreiden. Op huid zonder huidhaar kunt u, direct na blootstelling aan de haren van de rups, met plakband de haren van de rups verwijderen. Vervolgens moet u uw huid en ogen met lauw water afspoelen. De brandharen zijn niet gemakkelijk te verwijderen uit kleding. Kleding met brandharen kunt u het beste grondig wassen (op 60ºC).

Bij hevige jeuk kunnen middelen tegen de jeuk verlichting geven, bijvoorbeeld: zalf op basis van menthol. Alleen met ernstiger klachten is het verstandig naar de huisarts te gaan. Zorg bij een bezoek aan een gebied waar de eikenprocessierups voorkomt voor goede bedekking van de hals, armen en benen en ga er niet op de grond zitten. Probeer direct contact met rupsen, (oude) brandharen, spinselnesten en vervellinghuidjes zoveel mogelijk te vermijden. Leg uw kinderen uit dat de eikenprocessierups gevaarlijk is.

(Huis)dieren

Ook dieren kunnen klachten van brandharen krijgen. Dit geldt vooral voor honden, paarden en koeien als ze in contact komen met brandharen. Voor honden zijn de afgevallen nesten in het gras gevaarlijk. Let erop dat ze die niet in hun bek nemen.